In het voorjaar van 1950 ontving Jean Monnet de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman, in zijn huis in Houjarray. Een paar weken later kondigde Schuman, naar aanleiding van een voorstel van Monnet, aan dat er een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) zou worden opgericht.
Zijn voorstel was heel concreet en was toegespitst op een aantal specifieke domeinen. Hiermee werd de basis gelegd voor een verreikend project: verzoening en welvaart in landen die elkaar vijandig gezind waren en die hadden gestreden op het slagveld.
“Omdat Europa niet tot stand is gekomen, hebben wij oorlog gekend”, zegt Robert Schuman op 9 mei 1950 in de Salon de l’Horloge op de Quai d’Orsay.
In Europa hadden vele tientallen jaren bloedige oorlogen gewoed. De Europese volkeren waren verscheurd. Maar nu werd voorgesteld om het oude continent weer op te bouwen, met Europese solidariteit als hoeksteen van het project.
Tussen 16 april en 6 mei 1950 bracht Jean Monnet zijn medewerkers samen in zijn huis in Bazoches, ver weg van de Parijse drukte, om te werken aan wat later bekend is geworden als de “Schumanverklaring”.
Zo is Europa, zoals wij het vandaag kennen, geboren.
Jean Monnet, een van de architecten van het huidige Europa
Jean Monnet, Robert Schuman, Konrad Adenauer, Alcide De Gasperi, Paul-Henri Spaak, Johan Willem Beyen en Joseph Bech: met hun visie en optreden hebben zij gestalte gegeven aan de ontwikkelingen die zich in onze tijd voordoen.
Monnet was de bezielende kracht achter de “Monnet-Schumanmethode” om vooruit te komen met kleine stappen. Aanvankelijk ging het om het gezamenlijke beheer van de mijnbouw- en staalsector. Gaandeweg zou deze methode ook haar nut bewijzen op andere economische en strategische beleidsdomeinen.
Dankzij dit ambitieuze project werd Jean Monnet nog tijdens zijn leven erkend als een van de “grondleggers van Europa”.
Heel wat straten, pleinen en scholen en talloze Europese en internationale studiebeursregelingen zijn genoemd naar Jean Monnet.
Hoewel hij als eerste de titel “Ereburger van Europa” mocht dragen, is zijn grote belang voor de geschiedenis van de twintigste eeuw bij het brede publiek maar weinig bekend.